In 2023 en 2024 investeerden Nederlandse attractieparken gezamenlijk meer dan € 100 miljoen in uitbreidingen, nieuwe attracties en verblijfsaccommodaties. Maar leidde die investeringsgolf ook direct tot méér bezoekers? Uit de onlangs verschenen Dagattractie Top-50 van Ginder blijkt dat de groei in 2024 bescheiden bleef: het totale aantal bezoeken aan attractieparken nam met minder dan 1% toe.
Toch deden sommige parken het opvallend goed. Avonturenboerderij Molenwaard liet een bezoekersgroei van 13% zien. Ook Kinderpretpark Julianatoren (+9%), Drouwenerzand (+6%) en BillyBird Hemelrijk (+5%) trokken duidelijk meer publiek. Bij veel andere parken bleef het bezoek stabiel, zoals bij de Efteling, of daalde licht, zoals bij Attractiepark Slagharen (-3%) en Walibi Holland (-2%). Opvallend is dat de grotere parken met meer dan 1 miljoen bezoekers per saldo nauwelijks groeiden, terwijl de kleinere parken (tot 500.000 bezoekers) gemiddeld een groei van 6% realiseerden.
Een eenduidige verklaring voor deze verschillen is er niet – een jaar blijft tenslotte een momentopname. Maar duidelijk is wel dat er veel in beweging is. Achter stijgende of stagnerende bezoekersaantallen gaan duidelijke trends schuil. Welke daarvan gaan in 2025 écht het verschil maken?
Lange termijn ontwikkeling
Het herstel van de coronacrisis werkt nog door in de bezoekcijfers van dagattracties. Na de laatste lockdown begin 2022 volgde een sterk inhaaleffect, waardoor 2023 voor veel parken een topjaar werd – ook zonder grote investeringen of kortingen. Sommige parken wisten nieuwe bezoekers te binden met abonnementsvormen, wat verklaart waarom investeringen niet altijd direct leiden tot meer bezoek.
Voor grote attracties in Amsterdam bleef het herstel achter. Internationaal toerisme trok langzamer aan dan de binnenlandse markt. Ook zakelijk bezoek bleef nog achter. Tijdelijke toptentoonstellingen) in musea dragen bij aan groei van het (internationaal) bezoek aan Nederland/Amsterdam waar ook attracties weer van profiteren.
Forse investeringen in attracties – Met welk effect?
Na enkele stille jaren door COVID-19 investeerden attractieparken vanaf 2023 weer fors. Toch vertaalt dat zich niet altijd direct in hogere bezoekersaantallen. Zo zagen Walibi Holland en Attractiepark Slagharen ondanks investeringen in 2023/2024 hun bezoek afgelopen jaar dalen. De Efteling opende eind 2024 de grote attractie Danse Macabre, maar noteerde nauwelijks groei. De attractie opende aan het eind van 2024 (oktober), toch was een groter effect verwacht.
Soms zorgt een investering slechts tijdelijk voor een piek. Toverland doorbrak in 2022 de grens van één miljoen bezoekers na jarenlange groei, waarna het bezoek stabiliseerde. De relatie tussen investering en bezoekersgroei is dus niet eenduidig. De ontwikkeling van bezoekersaantallen is afhankelijk van veel meer factoren dan alleen investeringen, zeker als we de ontwikkeling voor een enkel jaar analyseren. Naast externe factoren als de economie, het weer en de behoefte aan vrije tijd hebben marketing, dynamic pricing en kortingsacties ook flinke invloed hierop.
Investeren in verhalen, thema’s en merken
De thematisering van attracties is niet langer voorbehouden aan de grote spelers. Steeds meer parken – groot én klein – investeren in beleving en herkenbare verhalen. De Efteling zette in 2024 de nieuwe attractie Danse Macabre neer, inclusief een volledig gethematiseerd gebied. Het is niet alleen een nieuwe ride, maar een merk binnen het park. Ook Molenwaard bouwt verder aan de wereld van Fien & Teun.
Veel van de recente investeringen passen binnen deze trend. In 2024 opende Duinrell de draaimolen Tobbedanser, en voegde Drouwenerzand de snelheidsmolen Drifter toe. Attractiepark De Waarbeek, hoewel niet in de Top-50 opgenomen, breidde uit met kleine attracties. Avonturenpark Hellendoorn blies de achtbaan Ridderstrijd nieuw leven in met een middeleeuws thema.
Niet ieder park kiest voor bekende IP’s (intellectual properties), maar vrijwel elk park ontwikkelt steeds sterker een eigen thematische invalshoek om bezoekers onder te dompelen in een wereld. Dat geldt voor klassieke spelers als Slagharen en Duinrell, maar ook voor nieuwe locaties zoals The Chocolate Factory, waar erfgoed, ambacht en entertainment worden gecombineerd.
Kinderpretpark Julianatoren koos voor vernieuwing van shows in plaats van hardware, en ontwikkelde een reeks thematische optredens rond eigen karakters.
Dynamic Pricing wordt seizoenprijzen
De tijd dat entreeprijzen statisch waren, ligt achter ons. Steeds meer attractieparken hanteren seizoenprijzen: lager in rustige maanden, hoger in schoolvakanties. Deze variant van dynamic pricing is minder complex voor bezoekers dan dagelijks fluctuerende prijzen en wordt breder geaccepteerd. Sommige parken gaan nog verder, met flexibele abonnementsvormen en avondtickets als aanvulling op het traditionele aanbod. Dit optimaliseert de omzet van de parken, meer dan alleen afwisselende prijzen per dag.
Toegankelijkheid en inclusie meer integraal onderdeel bedrijfsvoering
Inclusie en toegankelijkheid spelen een steeds grotere rol in (strategische) beslissingen en investeringen die een attractiepark neemt. De Efteling introduceerde in 2024 een digitale faciliteitenkaart die bezoekers met een beperking inzicht geeft in wachttijden en toegankelijkheid (zonder dat er een medische verklaring nodig is). Ook krijgen medewerkers opleidingen rond gebarentaal, zijn er rolstoelroutes en maakten ze plaats voor prikkelarme zones. De Efteling heeft, mede door deze ontwikkelingen, de ‘Uit-met-autisme-award’ voor grote parken gewonnen. Duinrell organiseerde dit jaar samen met de Nederlandse Vereniging voor Autisme de eerste editie van de AutiDoeDag. Door het park zijn verschillende aanpassingen gedaan om een prikkelarm parkbezoek te waarborgen, bijvoorbeeld met een beperkte bezoekerscapaciteit, rustruimtes, minder licht en geluid bij de attracties en speciaal getraind personeel. Ook andere parken voegen steeds meer inclusieve voorzieningen toe voor bezoekers met een fysieke of mentale beperking. De Beekse Bergen en Paleis het Loo openden in 2024 als eersten in de sector in Nederland een Changing Places Toilet, een liggende toiletvoorziening (met o.a. plafondlift en brancard voor bezoekers met een ernstige beperking).
Met de komst van de nieuwe NEN-norm 9120 en de European Accessibility Act worden vanaf 2025 meer eisen gesteld aan alle ondernemers op het gebied van toegankelijkheid.
Ginder vindt inclusie belangrijk voor de sector en is daarom een partnerschap aangegaan met Joint Projects, het adviesbureau in de recreatiesector dat gespecialiseerd is in toegankelijkheid en inclusie.
Wat brengt de toekomst?
De Nederlandse attractieparksector is volop in ontwikkeling, maar staat ook voor uitdagingen. De bescheiden groei in 2024 toont aan dat investeren alleen niet genoeg is. Wie succesvol wil zijn, moet inspelen op thema’s als thematische beleving, IP’s en een passende prijsstrategie. Ook 2025 en 2026 beloven met nieuwe openingen en vernieuwingen twee spannende jaren te worden.
Walibi Holland presenteerde begin dit jaar de spectaculaire achtbaan YOY Holland. De Efteling voegde het sprookje De Prinses op de Erwt toe aan het Sprookjesbos en augustus a.s. opent het nieuwe Efteling Grand Hotel, waarmee de Efteling inspeelt op de behoefte aan luxe en comfort van de (internationale) gast.Duinrell transformeerde een bestaande attractie tot de Duinrell Express – een themarit door een trollengrot. Attractiepark De Waarbeek blijft ook in 2025 vernieuwen met onder meer de ballontoren Wolkenvaart. Het nieuwe indoorpark Bommelwereld (dat eind 2025 in de Achterhoekse regio wordt geopend) draait volledig om bekende personages uit de stripverhalen van Marten Toonder.
Iets verder weg in de toekomst (2026) opent het nieuwe park de Tovertuin in Zuidwest-Brabant een attractiepark met eigen verblijfsaccommodaties rond de IP’s Woezel en Pip. In Rotterdam is ondernemer Hennie van der Most voornemens Attractiepark Rivoli te openen.
Tot welke veranderingen in de markt dat leidt, volgt uit de volgende edities van de Ginder Top-50 Dagrecreatie.
Met dank aan (auteur van dit artikel): Ronald Hagen, senior adviseur Vrijetijdseconomie bij Ginder