Tijdens het Duurzaamheidscongres Kampeerbranche, op 2 oktober j.l., was er aan goede bedoelingen geen gebrek. De praktijk blijkt weerbarstiger, maar de sector is vastbesloten om stappen vooruit te maken. Een constatering was dat een groot deel van de kampeerders nog vrij weinig waarde hecht aan een duurzaam verblijf (zeker als dat méér kost). Dat legt de verantwoordelijkheid grotendeels neer bij ondernemers die een voortrekkersrol vervullen.
“Het zou mooi zijn als iedereen zijn steentje bijdraagt aan een duurzamer wereld.”, was de oproep van filosoof Ruud Veltenaar in de eerste presentatie. In latere lezingen werd daar regelmatig aan gerefereerd, maar vooral met kanttekeningen dat het in de recreatiesector vooral ondernemers zijn (o.a. campings en leveranciers van kampeermiddelen) die de consumenten kunnen informeren en op weg helpen; vooral door zelf het goede voorbeeld te geven.
Duurzaamheid is nog nauwelijks een beslisfactor
Uit onderzoek van de ANWB (uitgevoerd door Q&A) blijkt dat duurzaamheidsargumenten voor 22% van de kampeerders doorslaggevend of heel doorslaggevend is voor hun vakantiekeuzes. Bij de keuze van een kampeerplek is het criterium ‘duurzaamheid en natuurinclusiviteit van de bestemming’ wel verdubbeld (van 4% naar 8%) ten opzichte van 2023. Maar nog altijd is dit slechts een bijzaak in de vakantieplanning. De bestemming / locatie blijft met 45% (vorig jaar 40%) de belangrijkste beslisfactor voor een kampeerplek.
Ook Mirjam van Riel, van Libema Vakantieparken, was nuchter over de meerwaarde van de factor duurzaamheid in de marketing van de parken: “Er wordt bij een boeking op onze parken eigenlijk niet op duurzaamheid geselecteerd. Onze huisjes hebben bijvoorbeeld wel energielabels, maar daar vraagt eigenlijk niemand naar.”
Ook Paul Makken van de ANWB sprak sceptisch: “De behoefte om te reizen is sterk geworteld in de mens. De consument zal de wereld niet redden. Maar er is gelukkig wel een andere partij die het voortouw neemt. Dat zijn de ondernemers. Ik zie veel mooie dingen gebeuren bij bedrijven. De ondernemers mogen overigens wel wat meer doen om hun groene initiatieven uit te leggen aan hun gasten en hen op die manier mee te nemen naar een duurzamer leefwereld. Dat dient wel subtiel te gebeuren, want ‘duurzaamheid’ wordt door een grote groep mensen nu nog als ‘niet leuk’ ervaren.”
Van Riel noemde nog een voorbeeld van een manier waarop een bedrijf haar gasten duurzamer kan maken: “Incentives werken uitstekend. Als de consument wordt beloond voor duurzaam gedrag, dan zien wij ineens wel een beweging in de goede richting. Dat kan een korting zijn, maar ook een extraatje om het verblijf aangenamer te maken. Vaak is duurzaamheid ook een kostenbesparing en daar profiteert uiteindelijk iedereen van. “
Kamperen is in de basis een groene activiteit
Vanuit de kampeersector bleek dat veel bedrijven de meerwaarde zien van een duurzame bedrijfsvoering. Veel campings bevinden zich in natuurgebieden en juist deze omgeving is een kernwaarde van het kampeerverblijf. Door op die manier naar duurzaamheid te kijken wordt het belang ineens veel breder getrokken; wie wil er nu niet in een mooie omgeving verblijven.
Niet alleen vanuit de consumentenkant zijn er hordes te nemen, ook de techniek is volop in beweging om alternatieven voor vervuilende opties te ontwikkeln. Daarbij wordt vooral gekeken naar de uitstoot van diesel door (vooral grote) campers. Uit het brandstoftransitieonderzoek van Ecorys, gepresenteerd door directeur Stan Stolwerk (NKC), blijkt dat op dit moment nog 92% van de campers op diesel rijdt. Je kunt daar somber naar kijken, maar er is op dat gebied ook nog een wereld te winnen. Er zijn alternatieven in ontwikkeling, zoals elektrisch rijden of lpg gas, maar die zijn voor de zwaardere campermodellen nog weinig praktisch of erg duur. De sector is daarbij ook sterk afhankelijk van innovaties in de automobielindustrie.
In de daaropvolgende paneldiscussie werd duidelijk dat de kampeer- en waterrecreatiebranche vergelijkbare uitdagingen heeft. Samenwerking en kennisdeling binnen de sectoren zijn essentieel om gezamenlijk duurzame oplossingen te ontwikkelen. Wat kunnen we van elkaar leren? De watersportsector loopt op sommige vlakken al voorop en biedt waardevolle lessen.
Groene voorlopers
Aan het eind van de avond werden enkele groene voorlopers in het zonnetje gezet met de uitreiking van de Duurzame Kampeerawards. Dat waren allemaal (naast de winnaars ook de genomineerden) ondernemers die de wereld een beetje duurzamer willen maken.
- Meest duurzame innovatieconcept: Hertzinger Green Connect
Juryrapport: “Hertzinger Green Connect zet met hun innovatieve combinatie van zonnepanelen, batterijen, warmtepomptechniek en slimme software voor energiedeling een nieuwe standaard in de recreatiesector. Het concept biedt een doordachte oplossing voor netcongestie en maakt verblijven energiepositief, economisch voordeliger en ecologisch verantwoord.”
- Meest duurzame kampeermiddel: eVentje
Juryrapport: “eVentje blijft indrukwekkende stappen zetten in duurzaamheid en innovatie. Met een innovatief design en het gebruik van circulaire materialen zoals hout en schapenwol, onderstrepen ze hun toewijding aan een duurzame toekomst.”
- Meest duurzame kampeerplek: De Lemeler Esch
Juryrapport: “De Lemeler Esch heeft een unieke balans gevonden tussen natuur, landbouw en recreatie. Hun natuur-inclusieve bedrijfsvoering en vernieuwende energie-oplossingen maken hen een voorloper met een voorbeeldfunctie voor andere campings.”
Duurzaamheidscongres Kampeersector
Het Duurzaamheidcongres Kampeerbranche is een jaarlijks terugkerend fenomeen dat wordt ondersteund door de ANWB, HISWA Recron, NKC, KCI, de Bovag en de Kampeer en Caravan Jaarbeurs.
Meer informatie: www.duurzaamheidscongres.nl/congres/terugblik/