“De Europese attractiesector heeft in 2024 geen goede start gemaakt.” Dat blijkt uit onderzoek van IAAPA en werd gedeeld op het trendcongres door Jacob Wahl, CEO van IAAPA. Oorzaken liggen o.a. in de hoge inflatie, diverse grote sportevenementen, economische onzekerheid en veel regen in het voorjaar. Maar gelukkig werden er ook vele positieve strohalmen aangereikt waar attractiebedrijven zich aan kunnen vastklampen.
De resultaten uit het IAAPA onderzoek zijn niet helemaal onverwacht. Eerder zagen we bij regionale indices van o.a. Riebedebie (Vlaamse attracties) en Amsterdam & Partners (attracties in Amsterdam) dat er sprake is van een vrij matige start van 2024. Direct na de coronacrisis was er nog sprake van een korte piek in de bezoekcijfers. Dat inhaaleffect is inmiddels aardig geluwd.
Trend: Competitive Socialising
Bart Dohmen (TDAC) noemt de trend ‘Competitive Socialising’ als belangrijkste nieuwe ontwikkeling sinds de trendlezing op de vorige editie van de IAAPA Expo: “Deze trend wordt gedreven door de behoefte om samen activiteiten te ondernemen. Veelal in familieverband, maar ook binnen andere sociale structuren. Foodservice, samen gezellig eten en drinken, is een belangrijk onderdeel van deze beleving. Vanuit een ondernemersperspectief betekent dit een kans op meer bestedingen in F&B.”
Ook op de beursvloer zien we verschillende vormen van social entertainment terug. Dat zijn o.a. oudere activiteiten zoals bowling en gezelschapsspellen, maar ook nieuwe spelvormen, veelal met een interactieve component. Belangrijkste eigenschap is dat je de spellen samen kunt spelen.
Jacob Wahl voegt er nog aan toe: “Technologie wordt steeds vaker toegepast om oudere spelvormen van een nieuw concept te voorzien, maar techniek is bij social entertainment duidelijk ondergeschikt aan de beleving.”
De kracht van de familiebedrijven
Al jaren is er in de internationale attractiesector sprake van een trend van ketenvorming. De sprekers op het trendcongres constateren dat de regionaal georiënteerde middelgrote bedrijven zich vrij goed staande houden in het geweld van het grote geld. Wahl legt uit dat juist de kleinere bedrijven beter inspelen op de behoefte aan authenticiteit en originaliteit. De kortere reistijd speelt dit soort parken ook in de kaart, aangezien de meeste uitstapjes in de regio plaatsvinden. Yael Coifman van LDP voegt daar nog aan toe: “Vergeet ook het prijskaartje niet. Dit soort regionale dagattracties hebben een mooie prijs/kwaliteitverhouding en zijn ook toegankelijk voor mensen met een wat kleinere portemonnee. Bij de grote internationaal georiënteerde attractiebedrijven blijft de prijs maar stijgen. Hoe lang kan dat nog doorgaan?” Charles Read van attractieplatform Blooloop benoemt specifiek de revitalisering van diverse oudere merken – die handig gebruik maken van hun naamsbekendheid bij de wat oudere doelgroep.
Trend; Attracties met een kleinere footprint
Jesse van Tetterode (adviesbureau Ginder) wijst ons op een trend die hij waarneemt op de beursvloer: “Er wordt steeds meer entertainment ontwikkelt met een kleine footprint (vloeroppervlakte)” Daarmee wordt ingespeeld op de bestaande attractieparken die steeds minder ruimte over hebben voor nieuwe attracties of locaties buiten de attractiesector waar men entertainment en attracties wil toevoegen, zoals winkelgebieden of vakantieparken. Een van de partijen die daar actief op inspeelt is het Brusselse bedrijf Boldmove Nation die o.a. een interactieve darkride, met hoge capaciteit heeft ontwikkeld.
Trend; Actief en interactief
De meeste attracties in het verleden waren vooral gericht waren op een passieve beleving; je ging er in zitten en dan ‘beleef’ je de rit. De laatste jaren wil de bezoeker ook zelf steeds vaker een actieve rol spelen tijdens de beleving. In darkrides werden o.a. schietspellen toegevoegd. Op de beurs zie je ook steeds meer sportief amusementsaanbod met een interactieve spelcomponent. Virtual Reality (VR) is de afgelopen jaren sterk gegroeid, maar de creativiteit is daar inmiddels wel een beetje uitgeput. Augmented Reality (AR) biedt meer groeikansen. Het heeft bovendien het grote voordeel dat je je medereizigers blijft zien. En dat past weer beter in de trend van ‘samen beleven’.
Plannen voor meer accommodaties bij dagattracties
Attractieparken die nu al verblijfsaccommodaties aanbieden hebben vrijwel allemaal plannen om dit onderdeel uit te breiden. In Nederland hebben de meeste grote parken en bijvoorbeeld ook Beekse Bergen, hier investeringen in gedaan. In Vlaanderen staat de ontwikkeling nog op een laag pitje. De afgelopen jaren heeft o.a. Plopsaland De Panne hier werk van gemaakt. Als we kijken naar de grotere parken in Europa dan zien we dat de toevoeging van verblijf direct inkomsten oplevert, maar ook sterk bijdraagt aan de jaarrond bezetting van het attractiepark. Paul Moreton (Merlin) voegt daar nog aan toe: “Vanuit consumentperspectief zie je dat gasten die meerdere dagen ergens verblijven en onbeperkt toegang hebben, het park op een andere manier beleven. Die gaan daar veel relaxter door heen. Ze hebben immers alle tijd.” Overigens kun je ook op kleinere schaal een combinatie met verblijf opzetten. Dat zien we in Nederland bijvoorbeeld bij Drouwenerzand en Avonturenboerderij Molenwaard.
Nog enkele trends die spelen in de attractiesector:
- Aandacht voor toegankelijkheid (met ook erkenning van de commerciële component)
- Groei van partnerships, met gebundeld aanbod door meerdere bedrijven
- Kortere aandachtsboog van de bezoekers (liever meerdere korte verhalen dan één lange)
- Oude waterattracties vaker vervangen door rollercoasters (meer impact in de marketing)
- Investeringspartijen uit vastgoed tonen belangstelling voor dagrecreatie, maar moeten de sector nog beter leren kennen.
- Duurzaamheid begon bij de attractieparken – inmiddels doen ook toeleveranciers volop mee.
- Grote internationale attractie-ketens groeien in omvang en aantal in Europa. Deels leidt dit tot verdrukking, maar de totale markt wordt ook groter.
Met dank aan: IAAPA – organisator van de IAAPA Expo Europe