Ondanks de stapeling van regelgeving – hoge overdrachtsbelasting, fiscale bijtelling in box3 en voorgenomen btw-verhoging van 9 naar 21% op recreatieve verhuur – is de recreatiewoningenmarkt in 2024 verrassend opgeveerd. Het aantal transacties pluste 12% en de gemiddelde prijs steeg met 18.000 euro naar bijna een kwart miljoen. Dat blijkt uit het jaaroverzicht vakantiewoningen door NVM.
“Maar het groeiende aanbod vakantiehuizen kan ook een voorbode zijn van mindere tijden”, merkt Anneke Haak-Bronsema, bestuurslid van NVM-Wonen: ‘De recreatiewoning lijkt de melkkoe van de overheid, waarbij onduidelijk is welke maatregelen in het vat zitten. Hopelijk krijgt de recreatiemarkt de kans op verder herstel, want de economische spin-off en werkgelegenheid is enorm en verdwijnt anders naar het buitenland.’
In 2024 is de markt voor recreatiewoningen deels hersteld van de hogere rente en overdrachtsbelasting in 2023. En ondanks onzekerheid over de belasting in box3, is er nog steeds veel vraag naar vakantiewoningen. Zodoende steeg de gemiddelde transactieprijs met bijna 8% naar 246.000 euro en werden een kleine 12% meer vakantiewoningen (4.154) verkocht. Hiermee komt een gemiddelde van een kwart miljoen in zicht. Daarbij lijken recreatiewoningen mee te bewegen met de opwaartse trend van de reguliere woningmarkt. Bovendien bleef het aantal vakantiegasten en overnachtingen groeien – waarvan inmiddels 37% uit het buitenland – wat goed is voor de huuropbrengsten.
Fiscale kant blijft pittig
De fiscale kant bij aanschaf van een recreatiewoning blijft pittig met 10,4% overdrachtsbelasting en relatief hoge rente bij externe financiering. Ook de aangekondigde btw-verhoging van 9 naar 21% en hogere parklasten zetten een te behalen rendement bij verhuur verder onder druk. Dit schrikt kopers af of zet eigenaren juist aan tot verkoop. Positief zijn de recent licht dalende rente en overdrachtsbelasting die in 2026 zakt naar 8%. Vraag en aanbod zijn daarbij ondertussen weer in balans. Door toegenomen aanbod ligt de krapte-indicator op 4,8 (was 4,5). Het ruimere aanbod wordt vlot opgenomen.
Kleinere vakantiewoning populair
In vijf jaar is het woonoppervlakte gedaald van 75 naar gemiddeld 69 vierkante meter. Ook de percelen zijn met 414 vierkante meter gemiddeld kleiner dan ooit. Dit komt vooral door meer verkopen van woningen onder de 50m2 op kleinere kavels van gemiddeld 290m2. Want naast grote luxe villa’s worden veel kleine vakantiewoningen verkocht die de trend naar kleiner verklaren. Voordeel van kleiner is een lagere aanschafprijs van gemiddeld 130.000 euro in deze klasse.
Permanente bewoning?
Minister Mona Keijzer kondigde in de strijd tegen woningnood in december 2024 een nieuwe regeling aan om permanente bewoning van vakantiewoningen onder voorwaarden toe te staan. Gemeenten, provincies, parkeigenaren en andere betrokken zien vooralsnog echter meer in lokaal maatwerk, zodat vergunningen passen bij de lokale omstandigheden. Daarbij is het zaak om het recreatieve karakter te bewaken en om verloedering, criminaliteit en eenzijdige bewoning te voorkomen. Verwacht wordt daarnaast dat deze regeling amper bij zal dragen aan het verlichten van de woningnood. Ook NVM ziet weinig in landelijke regelgeving op dit punt.
Vraagprijs stabiliseert
Begin januari 2025 lag de gemiddelde vraagprijs op 361.000 euro, een kleine daling van 1,3%. Deze stabilisatie komt door een kleiner aandeel nieuwbouw, die doorgaans groter zijn, beter zijn afgewerkt en een hogere vraagprijzen hebben. Daarnaast is de vraagprijs gezakt doordat er meer woningen onder 3 ton te koop staan. Het aanbod tussen 3 en 5 ton is afgenomen, in samenhang met de trend naar kleinere woningen. De gemiddelde verkooptijd is ten opzichte van vorig jaar met een week afgenomen, maar nog altijd ruim 7 maanden. Toch is het historisch kort: 10 jaar geleden duurde de verkoop van een vakantiewoning gemiddeld 2 jaar.
Regionale verschillen
Naast landelijke trends, kent ook de markt voor recreatiewoningen een grote regionale dynamiek. Wat betreft het aantal verkopen zijn op de Veluwe en Utrechtse Heuvelrug veruit de meeste recreatiewoningen verkocht: meer dan 800 in 2024. De kust van Noord-Holland staat met 460 verkopen op twee. Derde regio is Zeeland met bijna 380 verkopen. De transactieprijzen in deze regio zijn daarbij met maar liefst 20% gestegen; hetgeen wordt veroorzaakt door meer aanbod en hoge vraagprijzen (1 op 3 woningen boven 5 ton euro). Na de Waddeneilanden is Zeeland de duurste regio in Nederland.
Bron en meer informatie: www.nvm.nl