De vrijetijdssector groeit in 2025 met 1,5 procent in volume en in 2026 nog eens met 1 procent, is de verwachting van ABN AMRO. Door hoge personeelskosten, wat leidt tot hogere prijzen, is het mogelijk dat consumenten uitwijken naar alternatieven. De personeelskosten worden verder opgedreven door de inzet van zzp’ers. Ondanks de groei van het aantal zzp’ers in de horeca, blijven oproepkrachten het grootste deel uitmaken van de flexibele schil.
De vrijetijdssector profiteert doorgaans van toenemende consumentenbestedingen en toerisme. In 2024 gaven consumenten in de eerste helft van het jaar de voorkeur aan sparen en schuldenafbouw. Vanaf het derde kwartaal namen de uitgaven weer toe. Hoewel consumenten onder andere door geopolitieke onzekerheid voorzichtig blijven in 2025, stimuleren stijgende lonen en een stevige buffer de uitgaven. ABN AMRO verwacht dat de particuliere consumptie groeit met 0,9 procent in 2025 en 1,3 procent in 2026. Weersomstandigheden blijven echter een onzekere factor; het natte voorjaar van 2024 leidde bijvoorbeeld tot minder uitgaven in de horeca.
Toerisme is een andere belangrijke drijfveer voor de sector. Het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) verwacht een toename van het totale verblijfstoerisme met 3,2 procent naar 51 miljoen gasten. Het binnenlands toerisme herstelt na een lichte krimp in 2023 naar 30 miljoen gasten; een toename van 3 procent. De groei van het inkomend toerisme is naar beneden bijgesteld en stijgt naar verwachting met 3,6 procent in 2024 naar 21 miljoen gasten.
De horeca, een belangrijke branche binnen de vrijetijdssector, kampt met gestegen personeelskosten. In 2023 stegen de contractuele loonkosten per uur met 4,7 procent ten opzichte van 2022, blijkt uit CBS-data. Dit jaar ligt dit percentage veel hoger. Dit heeft te maken met een aanpassing van het gehele loongebouw. Hierbij is de omvang van de verhoging per functiegroep verschillend en ligt tussen 8 tot 12 procent. De meest recente horeca CAO voorziet onder meer in een loonsverhoging van 2,5 procent in januari 2025 en nogmaals 2,5 procent in januari 2026. Door de stijgende kosten nemen prijzen in de horeca toe; een deel van de kosten wordt immers doorberekend aan de consument. Zo zijn prijzen in restaurants en fastfoodketens in het afgelopen jaar sneller gestegen dan die in supermarkten, waardoor consumenten mogelijk naar alternatieven uitwijken zoals gemaksoplossingen die supermarkten aanbieden.
Flexibele schil horeca is groot
De personeelskosten in de horeca worden verder opgedreven door de inzet van zzp’ers. Tijdens de coronapandemie gingen veel banen verloren, vooral in de flexibele schil. Een deel daarvan werd opgevuld door (parttime) zzp’ers. Veel studenten gingen aan de slag als zzp’er via freelanceplatforms als Temper. Het aandeel zzp’ers in de bediening nam toe van 1 procent in het derde kwartaal 2019 naar 5 procent in dezelfde periode in 2024. De ontwikkeling is ook zichtbaar onder koks; dit aantal steeg in die periode van 6 procent naar 14 procent, laten CBS-data zien. Door krapte op de arbeidsmarkt zagen veel horecaondernemers zich gedwongen om zzp’ers in te huren. Voor studenten een aantrekkelijk alternatief omdat ze een hoger uurtarief ontvangen. Ondanks deze trend is het aantal zzp’ers in de horeca relatief laag in vergelijking met andere sectoren.
De horecasector kent een grote flexibele schil; in het derde kwartaal van 2024 had 71 procent van de werknemers geen vaste arbeidsrelatie. Deze schil is essentieel vanwege seizoensgebonden werk en wisselende drukte, vaak beïnvloed door factoren zoals het weer. Flexibiliteit wordt ook gewaardeerd door werknemers. Volgens de ZEA-enquête uit 2023 gaf ongeveer een derde van de flexibele werknemers in de horeca aan dat de behoefte aan flexibiliteit de belangrijkste reden was voor hun arbeidsrelatie. Voor eet-en drinkgelegenheden ligt het percentage met ruim 38 procent nog wat hoger.
Oproepkrachten maken het grootste deel uit van de flexibele schil, met name onder bedienend personeel (55 procent van alle werknemers) en keukenhulpen (60 procent). Veel van de oproepkrachten zijn scholieren en studenten die een bijbaan hebben; in het derde kwartaal van 2024 is 57 procent van de werknemers in de horeca tussen de 15 en 25 jaar oud.
Inzetten op goed personeelsbeleid
Met de aanstaande wijzigingen in wetgeving omtrent zelfstandigheid, is het voor horecaondernemers belangrijk om alert te zijn op de manier waarop ze zzp’ers inzetten. Er is een risico dat het inhuren van zzp’ers kan worden gezien als schijnzelfstandigheid, vooral als deze zelfstandigen onder dezelfde omstandigheden werken als vaste medewerkers. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een zzp-kok vergelijkbare werktijden en taken heeft als het vaste personeel en hier weinig inspraak in heeft, en langere tijd in hetzelfde team werkt.
Daarnaast sleutelt het kabinet aan de contracten voor oproepkrachten. In de nieuwe voorstellen wordt het oproepcontract vervangen door een basiscontract, waarin een minimaal aantal uren wordt vastgelegd. Werknemers moeten ook beschikbaar zijn voor een aantal uren boven dit minimum (tot 130 procent). Dit biedt ondernemers de flexibiliteit die ze nodig hebben, terwijl werknemers meer duidelijkheid krijgen over hun werktijden. Voor jongeren die maximaal 16 uur per week in de horeca werken, blijft het oproepcontract bestaan, zodat zij hun bijbaan flexibel kunnen blijven combineren met school of studie.
Als ondernemer is het verstandig om na te denken over hoe deze veranderingen invloed kunnen hebben op het personeelsbeleid en om te overwegen hoe deze nieuwe regels kunnen worden geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Daarnaast is het blijven investeren in personeel belangrijk om de sector aantrekkelijk te maken als werkgever. Hierbij is het van belang ook in te spelen de toenemende behoefte onder jongeren aan flexibiliteit en autonomie.
Veel zzp’ers in creatieve en culturele sector
Net als de horeca kent de creatieve en culturele sector een grote flexibele schil: bijna 70 procent van alle werkenden zijn flexwerkers. Zzp’ers maken maar daar een groot deel van uit (zie onderstaand figuur). In de creatieve en culturele sector is werk vaak projectmatig en tijdelijk. Bedrijven en organisaties huren freelancers in voor specifieke projecten, zoals tentoonstellingen, evenementen of producties, in plaats van vaste medewerkers aan te nemen. Omgekeerd waarderen veel creatieve professionals de flexibiliteit die het zzp-schap biedt. Veel creatieve professionals kiezen voor een zelfstandige carrière om artistieke vrijheid te behouden en hun eigen visie en stijl te kunnen volgen zonder beperkingen van een vaste werkgever.
Desalniettemin speelt schijnzelfstandigheid ook in deze sector. Bijvoorbeeld als kunstenaars regelmatig voor dezelfde galerie werken waarbij de galerie de arbeidsomstandigheden bepaalt of wanneer een grafisch ontwerper fulltime werkt voor een ontwerpstudio, de apparatuur van de studio gebruikt en de instructies van de studio-eigenaar volgt.
Bron en meer informatie: www.abnamro.nl